Samenwerking

Spaenhiers weten dat door samenwerking er meer kan bereikt worden. We engageren ons bij anderen voor advies, vrijwilligerswerking, ontsluiting van erfgoedinformatie en activiteiten…

Lange Max Museum

Spaenhiers hebben een langdurige samenwerking opgezet met Lange Max vzw voor de inrichting en de ontsluiting van informatie in het museum.

Hovaeremolen

Spaenhiers verzorgen gegidste wandelingen in de omgeving van de molen. Zo kan je de schoonheid van het landschap beter begrijpen.

Gemeente Koekelare

Samen met de gemeente Koekelare werken we steeds weer de activiteiten van Erfgoeddag en Open Monumentedag uit. Via de gemeentenlijke diensten staan we zo ook het intergemeentelijk samenwerkingsverband Ginter en IOED Polderrand bij.

Naar aanleiding van 40 jaar Spaenhiers en 20 jaar Hadock, maakten twee kenners overwegingen over de werking van Spaenhiers:

Een absolute meerwaarde voor Koekelare

In 2021 bestonden de Spaenhiers, de archeologisch-historische kring van Koekelare en omgeving, 40 jaar en mocht het HADOCK, het historisch-archeologisch studie- en docu­men­tatiecentrum, 20 kaarsjes uitblazen. Veel luister kon niet gegeven worden aan dit dubbele jubileum. Ook hier kwam de coronapandemie, die ons vooral dwong om zo weinig mogelijk contacten te hebben, roet in het eten gooien.

De 2 kernzinnen op hun website verwoorden het heel duidelijk: “Spaenhiers vzw zet zich in voor het behoud van het erfgoed en activeert het collectieve geheugen. Specifiek dragen we bij tot een preciezere omschrijving van de identiteit en tot de eigenwaarde van de gemeente Koekelare, haar woonkernen en omgeving.”

De werking van de Spaenhiers en hun HADOCK zijn ondertussen lokaal maar ook bovenlokaal heel goed gekend en hun werking wordt hoog aangeschreven. Een wetenschappelijke benade­ring is daarbij van groot belang. De vereniging kent een gestructureerde en stabiele organisatie: een gedreven bestuur en een belangrijke groep vrijwilligers rondom dat bestuur.

Het Hadock is meer dan een archief. We vinden er niet alleen een heel divers overzicht van ontel­bare stukken die bewaard worden maar ook een eigen bibliotheek met boeken, tijd­schrif­ten, weekbladen… Belangrijk daarbij is dat naast archieven van verenigingen ook particuliere archieven en verzamelingen bewaard worden. Op die manier verdwijnt dit niet en blijft dit verder bewaard. Alles wordt methodisch gerangschikt en waar nodig gedigitaliseerd. In de loop der jaren ontstond er een breed aanbod voor studie, geschiedkundige beschrijving en verwer­king op vlak van genealogie, archeologie en cultureel roerend of onroerend erfgoed.

De bijdrage van de Spaenhiers aan de lokale leefgemeenschap mag niet onderschat worden:

  • Ondersteuning van lokale initiatieven (organisaties van het gemeentebestuur of van verenigingen), onder de vorm van het schrijven van de historiek van de vereniging of een gebeurtenis… of een tijdelijke tentoonstelling.
  • Ondersteuning van de voorbereiding en uitwerking van lokale musea; denken we maar aan het Fransmansmuseum, het Käthe Kollwitzmuseum of het Lange Max Museum.
  • Uitwerking en ondersteuning van tijdelijke tentoonstellingen in deze musea.
  • Jaarlijkse medewerking en actieve deelname aan Open Monumentendag en Erfgoeddag.
  • Samenwerking met het gemeentebestuur in het zoeken naar nieuwe straat- of plein­namen of het verlenen van andere gefundeerde adviezen. Deze voorstellen en adviezen worden telkens goed onderbouwd.
  • Jaarlijkse uitgave van een zeer verzorgd jaarboek. Een breed gamma aan thema’s, vaak ook grensoverschrijdend.

Het samenbrengen van het gemeentearchief, hun eigen archief en bibliotheek en hun werking in één gebouw (de site Pyck – industrieel erfgoed) is een mooi verhaal. Hieruit blijkt ook de grote waardering en ondersteuning door het gemeentebestuur.

De Spaenhiers waren dan ook de terechte laureaat van de 3-jaarlijkse Raf Seys Prijs in 2018. De bewaring en inventarisatie van het Raf Seys Archief is trouwens volledig hun verdienste.

Als gemeente mogen we verheugd zijn met een vereniging als de Spaenhiers. Ze zijn een absolute meerwaarde voor onze lokale gemeenschap. Eén van hun doelstellingen is “het acti­veren van het historisch besef bij de jeugd”. Ze zijn er ongetwijfeld in geslaagd dat his­torisch besef te doen groeien bij veel van onze inwoners en bestuurders in het algemeen.

Een welgemeend woord van dank is op zijn plaats voor alle huidige en vroegere bestuursleden en de vele vrijwillige medewerkers voor het bijzonder waardevolle werk dat zij verrichten. “Koekelare kent zijn mensen.” De Spaenhiers hebben daar alvast veel toe bijgedragen en zullen dat in de toekomst ongetwijfeld blijven doen.

— Patrick Lansens, burgemeester

Spaenhiers geeft me een goed gevoel

Ik kan over de eerste jaren weinig vertellen. Ik weet niet precies wanneer ik in contact kwam met de Spaenhiers. Het was in het documentatiecentrum in de Belhuttebaan, zodat het toch al vele jaren geleden moet zijn.

Het contact werd intenser toen ik voorzitter van de Geschied- en Heemkundige Kring het Houtland-Torhout werd in 2006. De oudste e-mail van de Spaenhiers die ik terugvond, dateert van januari 2006. Al in de eerste zin kwam Jef Heus ter zake: “Over de vormen van samen­werking kan verder nagedacht worden.” Daarna werd het al snel concreter. Het was het begin van een aangename relatie tussen mezelf, het Houtland, de Spaenhiers en zijn vrij­willigers.

Die eerste zin bevat elementen die ik nog steeds terugzie in de vereniging Spaenhiers. Er wordt bij de Spaenhiers niet teveel gepalaverd, maar men komt graag tot de essentie. Je moet niet alles mooi inkleden om te zeggen wat je wil of denkt. Dat zou een probleem kunnen zijn, ware het niet dat het gepaard gaat met een grote openheid. Die luisterbereidheid vond ik terug in 2006 en dat blijft tot op vandaag zo. De oproep tot samenwerking kwam vanaf het begin steeds terug. Samenwerking zit ingebakken in de vereniging, wat ik ook waarnam bij de band met het Lange Max-museum. Ik heb ook goede herinneringen aan de Heemdag van Heemkunde West-Vlaanderen in 2014. Telkens staat bij Spaenhiers het erfgoed van Koekelare terecht centraal.

De laatste jaren kan men mij heel wat zaterdagen vinden in Koekelare. Het documentatie­centrum is steeds groter geworden. Dat gaat over erfgoed dat er zijn geschikte bewaarplaats vindt, maar ook over artikels en boeken die het erfgoed beschrijven. De ruimte waarover de vereniging beschikt, is voor een voorzitter van een heemkundige kring met nauwelijks plaats voor een collectie, telkens een confrontatie met een smachtend verlangen. Vanuit mijn ervaring met heel wat heemkundige kringen in Vlaanderen weet ik dat er nooit genoeg ruimte is. Vaak is het bijzonder interessant om de focus van de collectie scherp te stellen. Daarbij komt ruimte vrij voor zaken die men interessanter vindt.

Niet alles is te vinden in een fysieke bewaarplaats. Via Souvenhiers komt de collectie zichtbaar voor iedereen in zijn eigen woonkamer. Niet alleen afbeeldingen, maar ook inventarissen. Het geheel digitaliseren is tegelijk niet wenselijk. Het internet bevat heel wat informatie waar niet iedereen de weg naar vindt. De baten zijn de kosten niet waard. En het zou ook zonde zijn in het geval van de Spaenhiers. De ontvangst en verblijf in het documentatiecentrum verlopen in een gezellige sfeer. Men kan er met zijn vragen terecht. Het aantal antwoorden waarmee men thuiskomt, is vaak groter dan het aantal vragen waarmee men vertrok. Een documentatie­centrum is een meerwaarde.

In het documentatiecentrum vind je uiteraard het jaarboek van de Spaenhiers. Een lijvig boek dat ieder jaar de geschiedenis van Koekelare verder ontsluit. In een wereld van steeds meer

twijfel over wat je mag geloven, is het jaarboek een vorm van kennis. Een auteur vindt in de vereniging tips die meer informatie over het onderwerp naar boven brengen. De inhoud van de artikels worden door vrijwilligers van de vereniging nagekeken en zorgen voor een peer-reviewed jaarboek. Voor publicatie wordt de kwaliteit van het onderzoek nagekeken. Soms kan er misschien wat harder ingezet worden op beknopt houden van wat de auteur wil vertellen. Het zou de inhoud van de artikels en het boek ten goede komen als men niet te veel uitweidingen toelaat.

Het documentatiecentrum zou ook nog meer een centrale rol kunnen invullen voor het historisch onderzoek in Koekelare. Niet alles bevindt zich in het documentatiecentrum. In het gemeentearchief en parochiearchieven zit uiteraard ook interessante informatie. Het is wettelijk niet toegelaten om deze in het beheer van de kring te brengen. Maar de ontsluitingsinstrumenten kunnen wel door vrijwilligers van de vereniging opgemaakt worden en aangeboden op de centrale plaats van het documentatiecentrum. Ook de archieven buiten de gemeenten bevatten boeiende bronmateriaal. We denken aan archieven van notarissen, belastingdiensten, bisdom, provincie, enzovoort waarvan men gestructureerd kan noteren wat voor de Koekelaarse ge­schiedenis interessant is. De kring gaat dan misschien niet bijkomende erfgoed zelf bewaren, maar vormt nog meer die onmisbare schakel voor zijn onderzoek naar het verleden van Koekelare.

Men vroeg mij om kritisch te zijn. Ik ben daar niet goed in. En al helemaal niet betreffende het volgende. Het is voor mij een dubbel gevoel. Zoals in veel erfgoedverenigingen zijn er vaak dezelfde gezichten te zien. Dat is vooral een probleem naar de opvolging. Het verhaal van Koekelare is ruimer dan alleen maar de groep van vrijwilligers die nu fantastisch werk verrichten. Het is een uitdaging om steeds opnieuw vrijwilligers te motiveren om een grotere rol op te nemen. Terwijl ik dit schrijf, hoop ik vooral dat het niet betekent dat ik minder de huidige vrijwilligers zou zien.

Spaenhiers geeft me op heel veel vlakken een goed gevoel. Ik denk oprecht dat men goed bezig is, wetende dat er altijd ruimte voor verbetering is en dat er altijd meer vrijwilligers mogen zijn. Want wat men doet: het doet ertoe.

— Hendrik Vandeginste,

voorzitter Geschied- en Heemkundige Kring Het Houtland Torhout
ondervoorzitter Heemkunde West-Vlaanderen
consulent Histories vzw